Gooilust

Gooilust is het meest zuidelijk gelegen van de ’s-Gravelandse Buitenplaatsen. Met 60 ha is het tevens de grootste. De rododendronvallei, de doorkijkjes naar Trompenburg en het sterrenbos maken dit landgoed tot een prachtig wandelgebied.

Geschiedenis

Wie Gooilust zegt, zegt Six, Blaauw én Natuurmonumenten. Frans Ernst Blaauw, echtgenoot van jonkvrouw Louise Six, drukte als geen ander zijn stempel op dit landgoed. Velen kennen Gooilust dan ook onder de naam ‘Het bos van Blaauw’.

Blaauw hield van vreemd en exotisch. Rond 1900 plantte hij rododendrons op een heuvel, azalea’s in de vallei en tal van uitheemse bomen en struiken. Maar zijn pièce de résistance was de aanleg van een complete dierentuin. Er kwamen gnoes, bizons, trompetzwanen en blesbokken. Dit tot grote ergernis van zijn vrouw. 

Om te voorkomen dat Blaauw na haar dood het buiten zou erven (zij was eigenaresse) stapt Louise Six mét dienstmaagd naar Mr.dr. P.G. van Tienhoven, voorzitter van de nog jonge Vereniging Natuurmonumenten. Ze biedt hem Gooilust aan, maar…Tienhoven moet dan ook Hilverbeek en de kleine landgoederen Spiegelrust en Schoonoord van haar broer overnemen. Zo geschiedt.

Gooilust komt in 1934 in handen van Natuurmonumenten. In de decennia die volgen verwerft Natuurmonumenten nog negen buitenplaatsen en is de toekomst van dit cultuurhistorisch erfgoed verzekerd. 

Flora en Fauna

De siertuin was het paradepaardje van de vroegere bewoners van Gooilust. Bezoekers waren onder de indruk van de rijkdom van deze gefortuneerde landeigenaren. En nog steeds ligt de siertuin er prachtig bij. In de beschutting groeien allerlei exotische bomen en struiken. In de ommuurde tuin vindt u stinsenplanten, een klein arboretum, bijzondere fruitrassen en rozen. Heerlijk groen in het voorjaar, maar ook prachtig in herfstkleuren.

De oudste bomen zijn in de 19e eeuw geplant door de toenmalige bewoner van Gooilust, Jan Corver Hooft. Hij plantte fruitbomen en als een van de eersten ginkgo’s uit het verre China. De bekende bewoner Frans Ernst Blaauw richtte in de 20e eeuw de tuin in als vogeltuin. Daar vindt u tegenwoordig alleen nog de vijvers van terug. In 2008 is ‘De Bla(a)uwe Tuin’ ingericht met –niet verbazingwekkend- enkel en alleen blauwbloeiende planten, met enkele witte accenten ter nagedachtenis aan Louise Six, de vrouw van Frans Blaauw.

Achter elke plant en elke boom schuilt een bijzonder verhaal. U leest het in de routebeschrijving die u in de siertuin kunt kopen. De zakdoekjesboom hangt vol met ‘zakdoekjes’ die eigenlijk de grote witte schutbladen van de piepkleine bloemen zijn. En de sneeuwklokjesboom is in het voorjaar overdekt met witte bloemen, die aan sneeuwklokjes doet denken. De dwergcipres blijkt in werkelijkheid een reus van een boom.

 

De overgangen van bos, grasland en open water zijn prima leefgebied voor allerlei soorten zoogdieren, insecten, vogels en ander dieren. Er zijn drie rustgebieden voor wild. In de ochtend en tegen de schemering kunt u hier reeën zien. Naast reeën komen ook tal van kleinere zoogdieren voor, zoals eekhoorn, vos en bunzing.  

Vogels en insecten

Insecten ziet u met name langs de slootranden en op open terreinen. Bij de vijver in het sterrenbos achter het landhuis vliegen zeldzame libellen.

Op Gooilust komen maar liefst zestig broedvogels voor. Opvallend zijn de blauwe reigers die al vanaf februari hun nesten maken hoog in de bomen naast de oprijlaan van Gooilust. Bij de vijver voor het landhuis kunt u de opvallend blauworanje ijsvogel voorbij zien scheren. Op de grasvelden kunt u zomaar een buizerd zien zitten. De bosuil laat zich niet zo gemakkelijk zien. Hij komt pas in de schemering tevoorschijn.

Herstelplan

Sterrenbos

Het Sterrenbos op landgoed Gooilust is al aan het einde van de 18e eeuw aangelegd door Corver Hooft. Rond de vijver lag oorspronkelijk een open ruimte waarop acht beukenlanen uitkwamen; vandaar de naam Sterrenbos. Het bos werd zo aangelegd voor de jacht. Er was een rijke onderbegroeiing waar het wild zich kon verschuilen. Vanuit het centrale punt kon de landheer en zijn gezelschap wild dat de lanen overstak goed in de gaten houden. Natuurmonumenten brengt het Sterrenbos weer terug naar deze vorm. Dit is een van de projecten van het grootschalige herstelplan op de ‘s-Gravelandse Buitenplaatsen

Wat gaat er gebeuren?

In augustus 2011 begint Natuurmonumenten met het herstel van het Sterrenbos. De lanen zijn nu niet goed herkenbaar en bij de centrale vijver is teveel bergoeiing. Door het verwijderen van rododendrons en coniferen wordt de vijver weer zichtbaar.  De rododendrons worden in oktober elders op de ’s-Gravelandse Buitenplaatsen ingeplant. De coniferen worden ook ‘gerecycled’; van de stammen worden planken gezaagd en gebruikt om een nieuwe werkschuur te bouwen. In november worden nieuwe coniferen in een wijde cirkel rond de vijver geplant. De open ruimte rond de vijver wordt ingezaaid met gras en bloembollen.  Het herstel van het Sterrenbos is mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Stichting Mens en zijn Natuur.

Rondeel

Gerrit Corver Hooft liet in de 18e eeuw achter het huis een rondeel aanleggen, een cirkelvormig pad met aan weerszijden bomen. Toen de formele parkaanleg werd aangepast aan de Landschapsstijl bleef het rondeel gehandhaafd. In de loop van de tijd verdween het pad, de cirkel van bomen bleef echter wel staan. Tijdens een hevige storm in 1947 raakte de laan achter het huis zwaar beschadigd. De laan werden opnieuw aangeplant maar de nieuwe bomen werden dwars over het rondeel gezet.

Natuurmonumenten gaat het historische rondeel in 2011 herstellen. Het cirkelvormige pad wordt opnieuw aangelegd. Maar liefst 46 beuken worden aan weerszijden geplant.  Het herstel van het Rondeel is mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuur fonds, waarin deelnemen het Gerrit H. Bomenfonds, het Schwebsange Fonds, het Popp-Snijder Bomenfonds en het Jo Bergacker Fonds.