Goudestein

Goudestein is één van de oudste buitenverblijven langs de rivier de Vecht. Joan Huydecoper, Ridder, Heer van Maarsseveen en Neerdijk en burgemeester van Amsterdam liet het huis in 1628 bouwen. Ruim een eeuw later besloot zijn kleinzoon het huis af te breken en er een nieuw Goudestein voor in de plaats te zetten, waarmee in 1754 werd begonnen.

Het landhuis heeft een vierkante plattegrond en wordt afgedekt door een afgeplat schilddak van blauwe pannen. Op de hoeken staan vier schoorstenen met windkappen en windvaantjes (helmteken Huydecoper).  Aan de Diependaalsedijk werd het karakteristieke, smeedijzeren hek in barokstijl geplaatst. Aan de vechtzijde verrees een iets eenvoudigere versie.

In het koetshuis zijn het Nederlands Drogisterij Museum en het Museum Maarssen gevestigd.

Geschiedenis

In 1608 kocht de Amsterdamse koopman Jan Jacobsz Huydecoper de hofstede De Gouden Hoeff. Zijn zoon, Johan Huydecoper van Maarsseveen, die bewindvoerder van de VOC, schepen en meerdere malen burgemeester van Amsterdam was, liet op de plaats van De Gouden Hoeff in 1628 het buitenhuis Goudestein bouwen. Hier verbouwde hij taxus en meloenen. In het Rampjaar 1672 wist hij te voorkomen dat de Franse troepen Goudestein plunderden. Jan van der Heyden schilderde het huis Goudestein aan de Vecht.

Het geslacht Huydecoper

Zijn zoon Joan Huydecoper kocht in 1717 het ernaast gelegen Silversteynen voegde dat bij Goudestein. Nadat zijn eerste vrouw was overleden trouwde hij in 1733 Sophia van der Muelen. Het oude Goudestein werd afgebroken en op 5 oktober 1754, twee jaar na de dood van Joan Huydecoper, werd door zijn zoon Willem Huydecoper de eerste steen gelegd van het nieuwe Goudestein. Sophia van der Muelen bleef 25 jaar op Goudestein wonen en liet in haar testament vast leggen dat alleen het geslacht Huydecoper het buiten mochten erven.

Tijdens de bezetting

In de oorlogsdagen van mei 1940 werd Goudestein betrokken door Nederlandse militairen, die er ook na de capitulatie nog geruime tijd verbleven. Daarna werd het huis in beslag genomen door de Nederlandse Arbeidsdienst voor meisjes, vervolgens door de Landwacht, afgelost door SS-troepen. Bij de invasie van de geallieerden in het zuiden van het land – september 1944 – bood Goudestein onderdak aan evacués uit Limburg. Na de capitulatie in mei 1945 werd het huis achtereenvolgens betrokken door Engelse en Canadese militairen.

Rijksinternaat en gemeentehuis

Vanaf 1946 tot 1959 was in Goudestein het Rijksinternaat voor Sociale Jeugdzorg gevestigd. In 1955, respectievelijk 1957, besloot de gemeenteraad van Maarssen de buitenplaats Goudestein aan te kopen van de toenmalige eigenaars en het gebouw te bestemmen als gemeentehuis. Gedurende de jaren 1960 en 1961 werd Goudestein gerestaureerd, waarna het op 19 januari 1961 officieel als gemeentehuis in gebruik werd genomen.

Flora en Fauna

Het huidige park Goudestein is geïnspireerd op een uit 1910 daterend ontwerp van landschapsarchitect L.A. Springer. Op de voortuin na is het park aangelegd in een Engelse landschapsstijl. In park Goudestein staan veel monumentale bomen en er is een goed ontwikkelde stinzenflora. Daardoor heeft het park een hoge natuurwaarde die de gemeente Maarssen graag wil behouden.