Het geslacht Geelvinck en hun buitenplaatsen
In Sara’s tijd
De familie Geelvinck en aanverwanten, die vanaf 1687 tot aan 1813 Herengracht 518 , het tegenwoordige Geelvinck Hinlopen Huis bewoonden, bezaten ook diverse buitenplaatsen met tuinen en parken die in de 18e eeuw of later veranderden van een Franse stijl in een Engelse landschapsstijl. De eerste bewoners van Herengracht 518 waren Sara Hinlopen (1660-1749) en Albert Geelvinck(1647-1693) die het pand in 1687 betrokken. Albert, was de tweede zoon van burgemeester Cornelis Geelvinck(1621-1689). De grootouders van Sara en Albert waren al in het bezit van hofstedes die in een later stadium werden uitgebouwd of vernieuwd tot grote buitenplaatsen. Cornelis Geelvinck bezat de hofstede Oosterhout in Heemstede, die hij van zijn vader had geerfd. Sara’s grootmoeder was Sara de Wael (1591-1652), die in het bezit was van de buitenplaats Pijnenburg bij Soestdijk. Zij was gehuwd met Jacob Jacobsz. Hinlopen, een lakenhandelaar en handelaar in Oost Indische waren. Sara’s grootvader van moeders zijde Leonore Huydecoper, was de schatrijke burgemeester en projectontwikkelaar , Joan Huydecoper , die Goudestein bezat aan de Vecht in Maarssen. Sara en Albert bezaten waarschijnlijk geen grote buitenplaats , maar hadden een hofstede in De Zijpe in Noord Holland en grond in s’Graveland en op Texel. Albert overleed in 1693, Sara in 1749. Albert en Sara zullen bezoeken gebracht hebben aan de hierna genoemde buitenplaatsen. Dat geldt zeker voor Sara die 88 jaar is geworden. Albert stierf op 46 jarige leeftijd.
Pijnenburg
De buitenplaats Pijnenburg is een landgoed in de Nederlandse gemeente Baarn en een klein deel in Soest, in de provincie Utrecht. Het ligt aan de N234 tussen Soestdijk en Bilthoven.
Pijnenburg was ooit in het bezit van Jan J. Hinlopen ( 1626-1666), de vader van Sara Hinlopen, wat hij van zijn moeder Sara de Wael had geerfd. Zij had in 1648 een nieuw huis Pijnenburg laten bouwen, dat ontworpen was door Philip Vingboons. Jan J. Hinlopen was getrouwd met Leonora Huydecoper van Maarseveen , (1631-1663), de dochter van de rijke burgermeester Joan Huydecoper (1599-1661, die een buitenplaats had in Maarssen aan de oevers van de Vecht, genaamd Goudestein. In het jaar 1663 verloor Jan J. Hinlopen zijn jongste dochter en zijn vrouw Leonora. Zijn oudste en enige zoon Jacob stierf op Pijnenburg. Na zijn dood in 1666 erfde Johanna Maria Hinlopen, de zus van Sara, Pijnenburg.
Jan J. Hinlopen , zijn vrouw Leonora Huydecoper en vier kinderen, geschilderd door Gabriel Metsu. Sara zit tussen haar ouders in op de rand van de tafel, Johanna Maria zit rechts op de voorgrond.
De dochters Johanna Maria en Sara Hinlopen werden door hun stiefmoeder en tweede vrouw van Jan Hinlopen, Lucia Wijbrants, opgevoed. Jan J. Hinlopen liet zich met zijn nieuwe echtgenote door Bartholomeus van der Helst schilderen met zijn overleden vrouw, de kinderen en de honden op de achtergrond. De achtergrond van het schilderij is waarschijnlijk Pijnenburg.
De landschappelijke aanleg rond Pijnenburg wordt gedomineerd door de serpentinevijver die uitwaaiert door het hele park. Het park werd rond 1830 gewijzigd in een landschappelijke aanleg naar ontwerp van H. van Lunteren. De buitenplaats Pijnenburg is nu in particuliere handen en niet toegankelijk. In het park kan gewandeld worden.
Goudestein
De voormalige buitenplaats Goudestein in Maarssen was van 1957 tot 1 januari 2011 het gemeentehuis van Maarssen. Heden ten dage zijn nog de raadszaal, de kamers van burgemeester en wethouders en de trouwzaal aanwezig. In het koetshuis zijn het Nederlands Drogisterij Museum en het museum Maarssen gevestigd.
Vanaf 1608 als Jan Jacobszoon Huydecoper ‘de huysinge mette hofstede’ koopt, blijft het landgoed in het bezit van de leden van het geslacht Huydecoper tot aan het overlijden van mevrouw de weduwe L.J. Royaards-Huydecoper in 1938. Goudestein werd in 1628 gebouwd door Joan Huydecoper,(de grootvader van Sara Hinlopen), heer van Maarsseveen en Neerdijk en burgemeester van Amsterdam.
Het was een van de eerste buitenplaatsen langs de Vecht. De Huydecopers, rijke kooplieden betrokken bij de Verenigde Oostindische Compagnie, kochten verschillende landerijen langs de Vecht, waar ze huizen op lieten bouwen. Zo stimuleerden ze de mode van het buiten wonen in statige buitenhuizen. In 1754 vond een ingrijpende verbouwing van het huis plaats, zodat het er in grote trekken uit zag zoals wij het nu kennen. Gedurende de jaren 1960 en 1961 werd Goudestein gerestaureerd, waarna het op 19 januari 1961 officieel als gemeentehuis in gebruik werd genomen.
Het park rond Goudestein is grotendeels in Engelse landschapsstijl en is vrij toegankelijk voor het publiek.
Oosterhout (Heemstede/Haarlem)
De buitenplaats ligt aan de Oosterhoutlaan 19 in Haarlem
Als stichter van de buitenplaats Oosterhout wordt de Amsterdamse burgemeester Jan Corneliszoon Geelvinck (1579-1651) beschouwd. In 1651 erfde zijn zoon Cornelis Geelvinck (1621-1689) de hofstede Oosterhout, tevens eigenaar van de heerlijkheden Castricum en Croonenburg en via zijn tweede vrouw Margaretha Bicker eigenaar van de buitenplaats Akerendam in Beverwijk. Hij was o.a. vijfmaal burgemeester van Amsterdam. (Hij is de vader van Albert Geelvinck die met Sara Hinlopen het Geelvinck Hinlopen Huis bewoonde) In 1689 komt Oosterhout in bezit van zijn zusters Eva Geelvinck (1619-1698) , getrouwd met Hendrick Bicker en Agatha Geelvinck (1617-1638), die gehuwd was met Frederick Alewijn.
In 1722 verkocht Sara Hinloopen, en enkele telgen uit de familie Alewijn de buitenplaats aan de Amsterdamse koopman en zijdefabrikant David Mattheus de Neufville. Na in de loop der tijd van verschillende eigenaren verwisseld te zijn , wordt de buitenplaats in 1940 gevorderd door de Duitsers. Na de Bevrijding gaf het pand onderdak aan de Karel van Mander Lyceum, vervolgens aan de School voor Practische vorming. Heden ten dage is het nog steeds een school en is de buitenplaats niet toegankelijk.
Boekesteyn
In 1992 kocht Natuurmonumenten Boekesteyn met Brambergen. Bezoekerscentrum Gooi en Vechtstreek is hier gevestigd. Tegenwoordig wordt Boekesteyn verhuurd aan de Postcodeloterij. Brambergen is particulier bewoond.
Toen Sara na de dood van Albert Geelvinck hertrouwde met mr. Jacob Hendricksz. Bicker, kocht deze de buitenplaats Boekesteyn in s’Graveland die hij in bezit had van 1710-1716. Ook de buitenplaats Boekesteyn is in de 18e eeuw in de Engelse Landschapsstijl aangelegd. Grasvelden en heuveltjes worden aangelegd met natuurlijk ogende boomgroepen en verassende doorkijkjes. Er komen kronkelige paden zoals het Rococobos en in het later aangelegde slingerpad. Er zijn nog rechte lanen en plantvakken uit de eerste Barokke aanleg. Boekesteyn heeft een charmante tweedeling met in het noorden een dicht parkbos en in het zuiden meer open met weilanden en akkers. Ten noorden ligt landgoed Schaep en Burgh en ten zuiden de particuliere buitenplaats Sperwershof.
Er zijn rondom Boekesteyn prachtige wandelingen te maken.
Akerendam
Akerendam ligt aan de Velserweg 20 min of meer recht tegenover station van Beverwijk.
Toen Cornelis Geelvinck (de vader van Albert Geelvinck) na de dood van zijn eerste vrouw Elisabeth Veleker een huwelijk aanging met Margaretha Bicker van Swieten kwam hij in het bezit van de buitenplaats Akerendam. Deze zou ruim een eeuw lang in het bezit van de Geelvincken blijven. Ook op Akerendam werd een Engelse landschapstuin aangelegd, waarin elementen uit vorige fasen werden opgenomen. Er werden slingerpaden en grillig gevormde bosjes uitgevoerd en in het achtergedeelte van de buitenplaats een woest landschap geschapen met kronkelpaden en bospartijen waarin men heerlijk kon wandelen.
Het vieren van trouwpartijen op buitenplaatsen was populair.1Er zullen op Akerendam heel wat bruiloften gevierd zijn tussen leden van de Geelvinck familie en die van de andere vooraanstaande Amsterdamse koopmans- en regentenfamilies. Cornelis oudste zoon Joan (Albert Geelvinck ’s broer) erfde Akerendam . Joan trouwde met Anna van Loon en zij kregen twee kinderen , Lieve (1676-1743) en Catharina Clara (1680-1729). Lieve Geelvinck huwde Agatha Theodora van Bambeeck (1674-1713) en hertrouwde na haar dood Anna de Haze (1690-1761). Catharina Clara huwde Willem Boreel, die enige tijd Beeckestein in bezit heeft gehad.
Lieve Geelvinck erfde Akerendam en zijn tweede vrouw Anna de Haze was in het bezit van de buitenplaats Vogelenzang. Zijn zoon Nicolaas was de laatste Geelvinck die Akerendam bewoonde, hij huwde drie maal. In 1764 werd Akerendam aan Hendrik Nicolaas Sautijn getransporteerd. Dat is het einde van het Geelvinck-tijdperk op Akerendam.
Na een aantal keren van eigenaar gewisseld te zijn komt Akerendam in 1789 in handen van eerdergenoemde mr. Gerrit Hooft Gerritszn. Hij was een telg uit het beroemde geslacht Hooft, dat vanaf de 16e eeuw een onafgebroken reeks regenten had voortgebracht. Hij hield zeer nauwgezet een kasboek bij waarin veel byzonderheden naar voren komen over het leven op Akerendam. Hij vierde zijn 11 jarig huwelijksfeest `met Catharina Francina Bruyning op Akerendam.( Gerrit was geparenteerd aan de familie Geelvinck door zijn broer Daniel, die in 1769 gehuwd was met Agnes Maria Geelvinck (1752-1816), een dochter van Nicolaas Geelvinck Lievesz. en Maria Margaretha Corver).
In het park van Akerendam staan banken en de wandelpaden zijn goed toegankelijk. De tuin heeft een oppervlakte van circa 2,5 hectare. Er is van 26 mei tot 16 september 2012een tentoonstelling over 5 eeuwen bloemperken. Het huis is niet toegankelijk.
Vogelenzang
Vogelenzang bij Bloemendaal is één van de rijkste en fraaiste buitenplaatsen van Zuid-Kennemerland en is ruim 80 ha. groot.
Anna de Haze , de tweede vrouw van Lieve Geelvinck was in het bezit van de buitenplaats Vogelenzang, die zij in 1734 verkocht aan Dhr Batolomeo Andreoli, koopman en consul van zijne apostolische majesteit in Amsterdam. (www. vogelenzang.org). In 1776 kreeg Jan van Marselis jr.de buitenplaats in bezit en liet een park aanleggen met slingerpaden en -vijvers in vroeg-landschappelijke stijl. Het ontwerp van het park wordt toegeschreven aan Johann Georg Michaël. De familie Bernaart kocht het landgoed in 1810 wat tot op de dag van vandaag nog in particulier bezit is.
Het nog bestaande kampeerterrein op een gedeelte van het terrein van Huis te Vogelenzang is ontstaan in 1955. De huizen te Vogelenzang en Teylingerbosch, hun parken en een aantal bijgebouwen en tuinelementen zijn Rijksmonumenten. Het huis is niet toegankelijk. Het landgoed is vrij toegankelijk.
Na Sara’s dood
Toen Sara Hinlopen in 1749 stierf waren haar vier erfgenamen de vier kinderen van haar neef Lieve Geelvinck, die met zijn tweede vrouw Anna de Haze naast Sara woonde op Herengracht 520. Het waren haar achternichtjes Catharina Jacoba (1710-1759) , Anna Elisabeth (1702-1757), Agatha Levina(1701-1761) en achterneef Nicolaas (1706-1764). Zij groeiden op in het huis naast dat van Sara , Herengracht 520. Alle vier waren ze in het bezit van een buitenplaats. Nicolaas kwam in het bezit van Akerendam.
Waterland (Velzen)
De buitenplaats Waterland ligt aan de Rijksweg 116 , Velzen Zuid.
Agata Levina Geelvinck, kwam in 1748 na de dood van haar man burgemeester Dirk Trip, in het bezit van de buitenplaats Waterland. Zij bewoonde na de dood van Sara , het Geelvinck Hinlopen Huis met haar zoon, die ook Dirk heette van 1749-1761. Na haar dood in 1761 kreeg haar zoon Dirk Trip jr, die met Jacoba van Strijen was gehuwd, Waterland in bezit. Jacoba verkocht na de dood van haar man, het landgoed aan Jhr. Archibald Hope. Hope liet de formele tuinaanleg wijzigen in de in zwang zijnde landschappelijke stijl, zoals die heden ten dage nog valt te bewonderen.
De tuin bij de buitenplaats Waterland( Velzen) werd in de 18e eeuw van een formele Franse tuin veranderd in een tuin volgens de Engelse landschapsstijl. Romantische slingerpaden en afwisselende vergezichten vormden een doorbreking van de formele tuinaanleg welke daaraan vooraf ging. Toch zijn ook restanten daarvan herkenbaar. Het landgoed Waterland bestaat uit een natuurgebied van 29 hectare groot. Het hoofdgebouw met bijgebouwen en de parkaanleg zijn verklaard tot rijksmonument. Het staat ter beschikking als trouwlocatie en er kunnen evenementen plaatsvinden. Het landgoed is niet opengesteld voor het publiek.
Op dit moment zijn er 6 deeleigenaren van Waterland. Vier ervan wonen ook op de buitenplaats. De 2 overige bezitten slechts kleine stukjes grond, gelegen tegen de tuinen aan de Rijksweg.
Ypenrode (Heemstede)
De buitenplaats Ipenrode ligt aan de Herenweg in de gemeente Heemstede en is particulier bezit.
Catharina Jacoba Geelvinck trouwde met Constantijn Sautijn (1710-1748) die in het bezit was van de buitenplaats Ypenrode (Heemstede). Na zijn dood vervalt het goed aan Catharina Jacoba. Vanaf 1760 is een park in de landschapsstijl aangelegd. De 18e eeuwse tuinmansbewoning is bewaard gebleven. Na een grondige restauratie zijn huis en park sinds 1989 eigendom van P.H. van den Bos. Het is vrij toegankelijk.
Scheybeeck
Scheybeek ligt aan de Velserweg 2 in Beverwijk.
Anna Elisabeth Geelvinck huwde 2 maal, In 1725 met Nicolaas Pancras (1696-1739) en na diens dood in 1740 met Jan Lucas Pels. De vader van Nicolaas Pancras, was de eigenaar van de nog altijd bestaande buitenplaats Wester-Amstel. Na zijn dood verkocht zijn weduwe Petronella de Waert deze buitenplaats. Anna Geelvinck en Nicolaas Pancras waren gezamenlijk eigenaar van de hofstede Scheybeek in Beverwijk. (Anna Elisabeth heeft ook Akerendam een aantal jaren in bezit gehad, maar verkocht het in 1742 aan haar broer Nicolaas). De buitenplaats Scheybeeck is vele malen van eigenaar veranderd. Tussen 1946 en 1965 was het huis in gebruik als gemeentehuis van Beverwijk. ( In de 17e eeuw toen de Familie Baeck ,Scheijbeeck in eigendom had , behoorde Joost van den Vondel tot de regelmatige gasten. Hij schreef veel gedichten over het huis en de bewoners onder andere over de aldaar stromende duinbeek Scheybeeck , genaamd Beecksangh) :
‘De klare Beeck, uit schorre duinen
Gesproten, om uw ackerlant
Uw vijvers, bosch en groene tuinen,
Langs oevers, dicht met loof beplant,
Te laven met een lieflijck morren,
Tot dat ze valt in ’t Wijcker meer.”
Sinds 1989 is de buitenplaats in beheer van de Stichting Scheybeek. Het gebouw wordt nu gebruikt voor evenementen en als trouwzaal. Het Park Scheybeeck is ontstaan rond 1620 en is circa 5 hectare groot en heeft een bijzondere historische en natuurlijke waarde. Het park is in 2002 aangewezen tot Rijksmonument en is vrij toegankelijk.
Watervliet
Nicolaas Geelvinck huwde voor de derde maal met Maria Margaretha Corver. Zijn eerste en tweede vrouw waren jong gestorven. Maria Margaretha erfde van haar vader Gerrit Corver, die 10 maal burgemeester van Amsterdam was, (behalve de heerlijkheid Velsen en Santpoort), de buitenplaats Watervliet. Watervliet was gelegen tussen Velsen en Beverwijk, niet ver van Akerendam, dat eveneens in hun bezit was. Buitenstaanders hielden Watervliet voor het aanzienlijkste van de hele streek. Daniël Marot ontwierp in de tijd van Geelvinck en Corver de tuinen bij Watervliet.
Nicolaas Geelvinck en Maria Margaretha Corver besloten om Watervliet aan te houden en Akerendam te verkopen.
Watervliet werd in de jaren 1842 tot 1844 in opdracht van de toenmalige eigenaar verfraaid en de tuinen op het landgoed werden aangelegd door de tuinarchitect Zocher jr. De aanleg van het Noordzeekanaal was de directe aanleiding dat de buitenplaats in de tweede helft van de 19e eeuw werd afgebroken. Begin 19e eeuw verdwijnen veel buitenplaatsen als gevolg van de economische recessie. In de 20ste eeuw verdwijnen er nog meer ten gevolge van de toenemende druk op de grond. Zij maken plaats voor woonwijken, agrarische bestemmingen of infrastructuur.
Landgoed Hoevelaken
Westerdorpsstraat 68-70
Aan de westzijde van Hoevelaken ligt Landgoed Hoevelaken, een bos met daarin het kasteel Huize Hoevelaken
Agatha Theodora Geelvinck (1739-1805) was de dochter van Nicolaes Geelvinck, de broer van Agatha Levina Geelvinck en de stiefdochter van Anna de Haze, die op Herengracht 520 woonde naast Sara . Sara stierf toen Agatha Theodora tien jaar was. Zij zal dus als klein meisje ook haar oud-tante Sara Hinlopen goed gekend hebben.
Agatha Theodora trouwde in 1760 met Dirk Wolter baron van Lynden van Hoevelaken (1733-1770) geboren op 11 maart 1733, overleden te kasteel Hoevelaken op 5 juli 1770, zoon van Mr Frans Godard van Lijnden, burggraaf van Nijmegen. Het echtpaar is in Arnhem gaan wonen. Het was een kinderrijk huwelijk met acht kinderen. Het geslacht Lynden van Hoevelaken waren in het bezit van het landgoed Hoevelaken. We mogen aannemen dat Agatha en Dirk daar de zomers hebben doorgebracht, maar daarover bestaat geen zekerheid.
Op de plek van een vroeg-18de-eeuwse havezate verrees in 1925-’28 het huidige Huis Hoevelaken in opdracht van C.J.K. van Aalst, president van de Nederlandse Handels Maatschappij, naar ontwerp van M.A. en J. van Nieukerken. (Het interieur bevat rijke schouwen, beschilderde plafonds en dessus-de-portes van Jacob de Wit, afkomstig uit enkele Amsterdamse huizen). Het huis ligt in een park dat zich geheel richt naar de oorspronkelijke langgerekte perceelstructuur van de buitenplaats. In het begin van de 18e eeuw wordt een park aangelegd rondom een middenlaan Vanaf de 19de eeuw zijn gedeelten van het park veranderd in de landschapstijl, waarmee een aantrekkelijk landschap is gecreëerd van bos, afgewisseld door weide en bouwland.
Het kasteel is sinds 1963 eigendom van het Bouwfonds. Het grootste gedeelte van het bos is aangekocht door het Geldersch Landschap. Bezichtiging van huis en omringende tuinpark op werkdagen van 7.00 tot 19.00 uur.